Mijn eerste onderweg-blog schrijf ik terwijl ik in de avondzon aan een picknicktafel voor de witte kerk en het klooster van Maria Langegg zit. Een prachtig sereen oord met slechts enkele huisjes en omgeven door beboste berghellingen. Als pelgrim mag ik vanavond in dit klooster slapen en dat voelt oh zo bijzonder. De koelte van de lange kloostergangen voelt aangenaam op mijn warme huid. Mijn kleine kloosterkamertje heeft een bed, een schrijftafel en een wasbak. Het bed opmaken mag ik uiteraard zelf doen. Terwijl ik hier zit te schrijven wordt de stilte enkel doorbroken door het ruisen van de wind, de vele vogels die hun avondlied zingen en een paar vliegen die me irriteren. Ik ben nog niet zo zen dat me dat niets doet. Oh, en de kerklok natuurlijk.
Dat ik hier nu zit betekent dat mijn eerste wandeldagen in Oostenrijk erop zitten. Na een weekje vakantie in de omgeving van Wenen met mijn liefste maatje die mij hierheen heeft gebracht ben ik nu echt onderweg. De locatie waar ik tijdens het vakantieweekje verbleef was bijzonder symbolisch. Nabij de accommodatie was een heuse Lourdesgrot, een bron met zuiver water waaraan een geneeskrachtige werking wordt toegekend. Vóór mijn vertrek naar Oostenrijk had ik heel sterk het gevoel dat deze startplek voor mij ‘de bron’ is. Specifiek het woord ‘bron’ was een aantal keer door mijn hoofd gegaan. De bron van mijn reis, een bron van energie, een bron van potentie en nu dus ook een natuurlijke waterbron. Toeval…? Ik weet het niet.
Hoe je het ook went of keert, het is een prachtige symbolische start van mijn reis. Ik strijk neer bij het kapelletje bij de bron. De plek heeft een zachte energie, iets wat ik niet altijd ervaar op plaatsen die zijn toegeëigend of gebouwd door het Rooms Katholieke geloof. Ik blijf een tijdje rustig zitten. Een vlinder danst voor me langs en ik voel de spanning die ik bij vlagen ervaar over het begin van mijn reis wat wegtrekken. Ik vul mijn waterzak met geneeskrachtig bronwater waardoor ik tijdens mijn eerste wandeldag kan genieten van het zuivere, symbolische water.
Ik kom in een gestaag wandelritme. Mijn schouders, rug, heupen, knieën en voeten houden zich goed onder het gewicht van mijn backpack. In het landschap waar ik doorheen trek wisselen bos, landerijen en wijnvelden elkaar af. Donkere bossen met steile hellingen en dito afdalingen worden doorklieft door diepgelegen stroompjes. Zo nu en dan schiet een schichtig hert weg tussen de struiken en eekhoorntjes haasten zich de hoogste bomen in. Glooiende heuvels met gewassen worden gedomineerd door maïs en koren en zo nu en dan zijn er velden aardappels of courgettes, allen in volle bloei. Als verrassing in dit landschap zie ik af en toe een zonnebloemveld. Het is nog vroeg in het seizoen maar een enkele bloem heeft zijn gele hoofdje al verlangend naar de zon opgeheven. Of, een veld prachtige roze papavers, waar een enkeling juist nog niet is uitgebloeid en mij net nog even haar roze schoonheid kan laten zien. De meeste papavers hebben inmiddels grote, stevige zaadbollen, klaar om te worden verwerkt tot opium of maanzaad.
Hazen zitten ijzig stil en laten zich door mij, terwijl ik zachtjes praat, tot op slechts enkele meters benaderen alvorens ze in een flits wegschieten. Vlinders in vele kleuren fladderen speels rond en genieten duidelijk net als ik van het mooie weer en de prachtige bloemen. Eén vlinder in het bijzonder trekt mijn aandacht. Hij is wit met donkere vlekjes op zijn vleugels en vliegt met me mee over de rand van het korenveld langs de weg. Enkele keren vliegt hij naar me toe en danst rond mijn hoofd. Hij blijft maar meevliegen, op mijn tempo. Af en toe iets harder, soms iets zachter. Het voelt alsof hij mij een stukje begeleidt. Grappig genoeg hoor ik de vlinder in mijn gedachtes tegen me praten. “Ik ga niet weg hoor, ik ben alleen nieuwsgierig”, hoor ik de vlinder zeggen als hij een halve meter het korenveld invliegt. Iets later gevolgd door “Als ik zo wegvlieg ben je niet alleen hoor, ik volg je onderweg!” Prompt vliegt de vlinder bijna tegen me aan en over mijn hoofd heen weg. Ik kijk achterom en zie het vlindertje in de berm aan de overkant. “Niet achterom kijken”, hoor ik in mijn hoofd, “jouw weg is vooruit”.
Het is een magisch moment. Symbolisch staat de vlinder voor transformatie, en ik koester de gedachte dat deze vlinder mij een klein stukje begeleid in mijn transformatieproces tijdens deze reis, als een aanwijzing dat ik op het goede pad zit.
Op de heerlijke, ontspannen momenten tijdens het wandelen tref ik mezelf regelmatig zingend of neuriënd, vaak een liedje die op de één of andere manier past bij de situatie op dat moment.
Dat ik hier nu zit betekent dat mijn eerste wandeldagen in Oostenrijk erop zitten. Na een weekje vakantie in de omgeving van Wenen met mijn liefste maatje die mij hierheen heeft gebracht ben ik nu echt onderweg. De locatie waar ik tijdens het vakantieweekje verbleef was bijzonder symbolisch. Nabij de accommodatie was een heuse Lourdesgrot, een bron met zuiver water waaraan een geneeskrachtige werking wordt toegekend. Vóór mijn vertrek naar Oostenrijk had ik heel sterk het gevoel dat deze startplek voor mij ‘de bron’ is. Specifiek het woord ‘bron’ was een aantal keer door mijn hoofd gegaan. De bron van mijn reis, een bron van energie, een bron van potentie en nu dus ook een natuurlijke waterbron. Toeval…? Ik weet het niet.
Hoe je het ook went of keert, het is een prachtige symbolische start van mijn reis. Ik strijk neer bij het kapelletje bij de bron. De plek heeft een zachte energie, iets wat ik niet altijd ervaar op plaatsen die zijn toegeëigend of gebouwd door het Rooms Katholieke geloof. Ik blijf een tijdje rustig zitten. Een vlinder danst voor me langs en ik voel de spanning die ik bij vlagen ervaar over het begin van mijn reis wat wegtrekken. Ik vul mijn waterzak met geneeskrachtig bronwater waardoor ik tijdens mijn eerste wandeldag kan genieten van het zuivere, symbolische water.
Ik kom in een gestaag wandelritme. Mijn schouders, rug, heupen, knieën en voeten houden zich goed onder het gewicht van mijn backpack. In het landschap waar ik doorheen trek wisselen bos, landerijen en wijnvelden elkaar af. Donkere bossen met steile hellingen en dito afdalingen worden doorklieft door diepgelegen stroompjes. Zo nu en dan schiet een schichtig hert weg tussen de struiken en eekhoorntjes haasten zich de hoogste bomen in. Glooiende heuvels met gewassen worden gedomineerd door maïs en koren en zo nu en dan zijn er velden aardappels of courgettes, allen in volle bloei. Als verrassing in dit landschap zie ik af en toe een zonnebloemveld. Het is nog vroeg in het seizoen maar een enkele bloem heeft zijn gele hoofdje al verlangend naar de zon opgeheven. Of, een veld prachtige roze papavers, waar een enkeling juist nog niet is uitgebloeid en mij net nog even haar roze schoonheid kan laten zien. De meeste papavers hebben inmiddels grote, stevige zaadbollen, klaar om te worden verwerkt tot opium of maanzaad.
Begeleid door een vlinder
Het grootste genieten in de landerijen zijn de dieren. Een ree die vlak voor mij een landweggetje oversteekt, zich niet – of in ieder geval te laat – bewust van mijn zacht wandelende aanwezigheid. Aan de overkant van de weg springt hij het korenveld in. Het is als een scene uit Bambi zo mooi. Het prachtige warmbruine diertje danst met gracieuze sprongen door het gouden korenveld. Steeds een fractie van een moment stilhangend boven het koren. Juist de combinatie van het warme bruin van de ree met het gouden koren maakt dit tafereel zo ontroerend mooi. Mijn hart maakt een sprongetje zo hoog als de ree ook springt.Hazen zitten ijzig stil en laten zich door mij, terwijl ik zachtjes praat, tot op slechts enkele meters benaderen alvorens ze in een flits wegschieten. Vlinders in vele kleuren fladderen speels rond en genieten duidelijk net als ik van het mooie weer en de prachtige bloemen. Eén vlinder in het bijzonder trekt mijn aandacht. Hij is wit met donkere vlekjes op zijn vleugels en vliegt met me mee over de rand van het korenveld langs de weg. Enkele keren vliegt hij naar me toe en danst rond mijn hoofd. Hij blijft maar meevliegen, op mijn tempo. Af en toe iets harder, soms iets zachter. Het voelt alsof hij mij een stukje begeleidt. Grappig genoeg hoor ik de vlinder in mijn gedachtes tegen me praten. “Ik ga niet weg hoor, ik ben alleen nieuwsgierig”, hoor ik de vlinder zeggen als hij een halve meter het korenveld invliegt. Iets later gevolgd door “Als ik zo wegvlieg ben je niet alleen hoor, ik volg je onderweg!” Prompt vliegt de vlinder bijna tegen me aan en over mijn hoofd heen weg. Ik kijk achterom en zie het vlindertje in de berm aan de overkant. “Niet achterom kijken”, hoor ik in mijn hoofd, “jouw weg is vooruit”.
Het is een magisch moment. Symbolisch staat de vlinder voor transformatie, en ik koester de gedachte dat deze vlinder mij een klein stukje begeleid in mijn transformatieproces tijdens deze reis, als een aanwijzing dat ik op het goede pad zit.
Het pad omhoog
Van het goede pad afwijken is trouwens niet zo makkelijk hier op de Jakobsweg in Oostenrijk. Gele bordjes of markering op bomen wijzen me splitsing na spitsing de weg. Toch zijn er zeldzame keren dat er geen bordje of markering staat – of dat ik die heb gemist. Zo kwam ik door het ontbreken of het missen van een bordje voor een keuze: terug de berg af op zoek naar een bordje of de berg verder op over een bospad wat flink overwoekerd is. Het pad zelf is nog maar moeilijk te ontwaren. De situatie is een metafoor van een levenssituatie die ik – en ongetwijfeld velen met mij – vaak tegenkomen. Als ik het even niet meer weet ga ik dan bergaf, terug naar een plek die vertrouwd is en leun ik daar op maatschappelijke wegwijzers (de norm van wat ‘hoort’ of adviezen van bekenden)? Of klim ik de berg verder op, op zoek naar het mooiste uitzicht? Zoals ik meestal doe in het leven kies ik ook hier niet voor de weg terug. De paar krassen op mijn armen en benen van alle takken die zich het pad hebben toegeëigend neem ik voor lief. Na zeker drie kwartier door takken en hoog gras worstelen kom ik bij een landweggetje. Ik kijk om mij heen naar het verrassende mooie uitzicht en zie iets onder mij het dorpje waar ik naartoe moet. Over het prachtige weggetje wandel ik er op mijn gemak heen. Ik zal nooit weten hoe de route was die ik níet heb genomen, maar zo is het precies ook met de metafoor over het leven die ik zojuist schetste. Je weet nooit hoe het was gegaan als je een andere keuze had gemaakt.Op de heerlijke, ontspannen momenten tijdens het wandelen tref ik mezelf regelmatig zingend of neuriënd, vaak een liedje die op de één of andere manier past bij de situatie op dat moment.
“Leren weggaan om te blijvenHee, daar is weer zo’n zelfde vlinder als degene die een paar dagen geleden een stukje met me meevloog! Hij zit stil op een blaadje en snel pak ik mijn telefoon uit mijn zak om een foto te maken. Net als ik de foto wil nemen vliegt de vlinder weg. “Haha, sukkel”, hoor ik de stem van de vlinder weer in mijn hoofd. “Je bent toch niet snel genoeg”. Ik schiet in de lach en stop mijn telefoon terug in mijn zak. Met een glimlach op mijn gezicht laat ik de vlinder achter me en wandel ik verder.
Leren leven van de lucht
Geven zonder iets te krijgen
Altijd zoeken naar geluk
Wat teveel is achterlaten
En weer teruggaan naar de bron
Altijd vragen blijven stellen
Tot je niet meer weet waarom”
Stef Bos
12 reacties
Caroline Paauw · juli 8, 2020 op 17:44
Wat een prachtige blog. Je schrijft zo mooi dat ik het levendig voor me zie. Mooi hoe je zo op je gevoel vaart. Ik kijk alweer uit naar je volgende blog. Overbodig te zeggen, want dat doe jij volop, maar toch…geniét! X
Anna · juli 8, 2020 op 17:59
Heerlijk om weer een stukje met je mee te wandelen. Ik zie je bijna huppelen over de paden, backpack or not. Dikke zoen vanuit een gloeiendheet Andalusië! X
Christel · juli 8, 2020 op 19:19
Je moet gewoon alles lezen, zo goed geschreven. Kijk nu al uit naar het vervolg.
Marijke van Steenis · juli 8, 2020 op 20:04
Wat fantastisch om te lezen Magda! Pluk de dag!
Carin · juli 8, 2020 op 20:08
Wat een gaaf stuk Magda! Ik ga helemaal in je blog op. Een heel mooi avontuur nog! Xx
Nienke · juli 8, 2020 op 23:52
Geweldig! Ik krijg een glimlach op mijn gezicht 🙂
Martine · juli 9, 2020 op 05:45
Wow Magda… wat een start! Dat zet aan tot nadenken, wegdromen, bewust worden. Wat mooi dat je dit deelt, ontroerend ook! We lopen met je mee 🙂
Marjanne · juli 9, 2020 op 06:43
Heel leuk om te lezen! Succes, Magda!
Sjanne · juli 9, 2020 op 07:36
Mooi Magda! Geniet ervan.
Petra Steenhuizen · juli 10, 2020 op 06:18
Je bent de hoofdpersoon in een mooi verteld verhaal. Ik was mijzelf even verloren in jouw levendig omschrijving van jou avontuur en ontdekkingsreis.
Ik kijk uit naar het volgende hoofdstuk. 😉
Brigitte · juli 10, 2020 op 18:59
Deze week maakte ik een wandeling op de Lunterse Berg. Een ree stak vlak voor me ineens het pad over. Wat een geluksgevoel! Hoe mooi moet het zijn om elke dag met volledig bewustzijn je omgeving te ervaren. Heel fijn om te lezen! ❤️ Op naar nog meer van die intense momentjes Magda. Ik kijk er naar uit om ze te lezen! X
Ester · juli 12, 2020 op 20:26
Wat schrijf je prachtig! Heerlijk om bij weg te dromen.. Geniet van je reis. Ik blijf je verhalen volgen